24 januari 2022

Generatie II

 

Generatie II (1 t/m 3).

II,1: Berend (Barent/Berent) van Dam. 
Hij is onze eerste voorouder die de achternaam Van Dam heeft aangenomen. Doopgegevens van Berend hebben we niet kunnen vinden. Afgeleid van zijn trouwdatum zal Berend tussen ca. 1720 en 1730 zijn geboren. 
Hij trouwde in 1751 met Aaltjen Teunissen (II,1a). 
De trouwakten zijn:
- R.k. trouw Wijhe statie de Vos: 1751 Novemb 15:
Bernardus Henriks Tedam (= ws.: te Dam) et Aleijdis Teunissen Ammervelde (II,1a) in Rouwenkamp in Hessen. Testibus Hermanno Vosman et Theodoro Scherpenzel nune in Dam.
- N.G. (onder)trouw Wijhe: 1751 November 21:
Barent ten Dam J.M. & Aaltjen Teunissen J.D. van Ammervelde te Wijhe.
De 2e voornaam Henriks van Berend en Teunissen van Aaltjen zijn patroniemen. D.w.z. dat hun vaders resp. Hendrik en Teunis heetten. J.M. = jonge man; J.D. = jonge dochter.

Waarschijnlijk kwam Berend ten tijde van zijn huwelijk uit Hessum (erve de Rouwenkamp), gelegen aan de Vecht tussen Dalfsen en Vilsteren en was toen mogelijk als knecht werkzaam op erve "Den Grooten Dam" in het buurtschap Duur tussen Wijhe en Olst. Daarvan was in 1751 de pachter Theodoro (Willems) Scherpenzeel getuige bij zijn huwelijk. Getuigen waren niet altijd familie.
Bij zijn huwelijk heet Berend: Bernardus Henriks Tedam (te Dam). Waarschijnlijk komt daarom onze familienaam van de erve Grooten Dam te Duur.

Wat Berend tussen 1751 en 1762 heeft gedaan is niet bekend, maar in 1762 heeft hij zich in Spoolde of Westenholte gevestigd. Vanaf 1762 is Berend namelijk de nieuwe boer op het Bouwhuis (boerderij) behorende bij de (inmiddels verdwenen) buitenplaats IJsselvliet aan de Nilantsweg in Spoolde, of vanaf dat moment de nieuwe Meenteboer op de Meenteboerderij in Westenholte. Eigenaar van IJsselvliet was Lucas Nilant (oud "Gemeensman der Stad Zwolle en Markerichter van Spoolde). Die Lucas Nilant was ook de eigenaar van beide hiervoor genoemde boerderijen.

Zie hiervoor in de volgende link de alinea die volgt op het 2e "beeldmerk HCO":
https://zhv.mijnstadmijndorp.nl/verhalen/ijsselvliet-een-verdwenen-buitenplaats
Berend staat in 1764 als Berend Meenteboer genoteerd in het overzicht Hoofdgeld. Vanaf 1765 staat Berend in datzelfde overzicht als Berend van Dam genoteerd. Kadastraal stond de Meenteboerderij in Voorst/Westenholte sectie N nr. 34, binnendijks.
Berend Hendriks van Dam Meenteboer huurt in 1767 van P.T. Golts 2 akkers, die deze van Hakvoort heeft geërfd. En Berend geeft op 12 maart 1768 2 akkers land aan in de 50e penning die hij voor 420 guldens heeft gekocht en die gelegen zijn op het Nijeveld te Westenholte.

De (ons bekende) kinderen (III, 1 t/m 5) uit het huwelijk van Berend en Aaltjen waren: Jan en Gerridina (allebei tussen 1751 en 1762), Albert Jan (1763), Hendrica (1765) en Maria Berends (1767).

Zijn oudste 2 kinderen (Jan (III,1) en Gerridina (III,2) zijn vóór 1762 geboren. Hun doopakten hebben we niet gevonden. Het is mogelijk dat Berend na zijn huwelijk is teruggekeerd naar Hessum en dat deze 2 dopen niet gevonden zijn omdat de registratie in Vilsteren en ook in Dalfsen later is begonnen. Van zijn jongste 3 kinderen heeft de doop (na 1762) in Zwolle plaats gevonden.

Berend van Dam Meenteboer is ca. eind 1769 begin 1770 overleden, ± 45/50 jaar oud. De officiële documenten zijn niet gevonden. Het overlijden leiden we af uit de trouwakten van het 2e huwelijk van Aaltje (II,1a) en uit de voogdijregeling over de kinderen van Berend, welke tekst luidt:

Rechterlijk archief Zwollerkerspel - 6 okt. 1770 - Richter T. van Muijden:
Verschenen is Aaltjen Teunis, weduwe van Berend van Dam uit Westenholte. Zij heeft over haar 5 onmondige kinderen (Jan (± 15 jr), Gerridina (± 10 jr), Albert (7 jr), Hendrikje (5jr) en Maria (3 jr)) tot mombers (= voogden) verzocht en geobtineerd Jannes Alberts (Bouwhuis) van het Kampereiland (zie de noot bij Aaltje Teunis (II,1a)), als daartoe van Gerrit van Dam verzocht zijnde, om de momberschap in zijn plaats, als de kinderen hun oom van vaders zijde, waar te nemen, naast (beneffens) Jan Ammerveld van Wijhe, de kinderen hun oom van moeders zijde. Welke beiden daarop in het Gericht zijn gecompareerd en de voorschreven momberschap bij handtasting aangenomen en beloofd als goede en getrouwe mombers waar te zullen nemen.
Daarna tot de erfuiting tredende, zo bewijst zij aan haar 3 dochters ieder 60 gulden, elk een bed met zijn toebehoren en een nieuwe kist. Zij bewijst aan de 2 zoons ieder 70 gulden en een nieuwe kist, en hun vader zaliger zijn kleren, uit te keren als zij mondig of getrouwd zullen zijn. Zij belooft dezelfden in kost en kleren te zullen onderhouden, lezen en schrijven en de dochters het naaien te laten leren, en uit huis dienende bij ziekte of zucht weer in te nemen en te verplegen. Tot nakoming van dit verbindt zij haar persoon en goederen bij dezen en wel in het bijzonder haar 1½ morgen hooiland in 't Nieuwe Land.
- Jus jurandum per tutores remissum est.

II,1a: Aaltjen Teunissen te Overmars.
Geb. 27 dec 1729. Aaltje was een Jonge Dochter van Ammervelde te Wijhe. Haar vader was Antonij Jans (Teunis) (van) (D)Ammerveld uit Wijhe. Haar moeder heette Aldegonda (Allegonda) Berends. Overige kinderen uit dit huwelijk waren: Hendrina (1716), Aleida (1717), Willemina (1719), Jan en Joannes (1721), Bernardus 1725, Henricus (1727) en Maria (1732). Ammervelde (ook wel genoemd Dammerveld) was een boerderij te Wijhe. 
Aaltje (en haar vader) was ook een Overmars waardoor ze soms de toevoeging Overmars gebruikt.

 Na het overlijden van Berend huwde zij opnieuw met Jannes Berends. De trouwakten zijn:
- 1770 den 6 October - Jannes Berends J.M. onder Dalfsen, met Aaltje Teunis wed. in Westenholte. - Sijn beijde Rooms. 
(De geboden moeten ook te Dalfsen gaan en bewijs van de dood van haare man. Is gebleken).
- N.G. (onder)trouw/trouw Zwolle - 21 Febr. 1770 - S.G. Jannes Bouhuijs, H.G. Janna Willems.
Met Jannes Berends krijgt Aaltje op 24 nov 1771 nog een zoon Bernardus. Meter is Joanna Willems.

Noot:
Jannes Berends en Jannes Alberts (Bouwhuis), de voogd over haar kinderen, zijn zwagers. Jannes Alberts was (3 mei 1765 te Dalfsen) getrouwd met de Geertruid Berends, de zus van Jannes Berends. (Eigenlijk is Jannes Alberts een Van Lente omdat zijn vader Albert Jansen een Van Lente uit Dalfsen was en 23 april 1728 met Geertje Jansse Velthuis, weduwe van 't Camper Eijlandt, huwde). Jannes Alberts woonde dus op het Kampereiland en 
waarschijnlijk dichter bij de kinderen van Berend dan broer Gerrit. Jannes Alberts wordt dus in 1770 de "voogd van vaders zijde".

II,2: Gerrit van Dam.
De enige informatie die we van Gerrit hebben is dat hij, als broer van Berend (II,1), bij het overlijden van Berend automatisch voogd is geworden.
Het is niet duidelijk/bewezen of de volgende persoon de gezochte Gerrit is:

Getrouwd: 1752 21 jan RK statie Hoornsteeg Zwolle
- Gerrit Verdan et Maria Krejenschot
NG Zwolle 31-01-1752
- Gerrit van de Dam j.m. Ruijter in de Compagnie van de Heer Majoor Onderwaeter met Maria Craijenschot j.d. op de Nieuwstadt.
En de volgende RK doop in de Paterskerk te Kampen:
15 Martii 1767 - Bapt est Gerardus, filius leg. Gerardi Verdam et Mariae Crajenschot. Suscepit Maria Gelijn loco Bartae Crajenschot.
Was broer Gerrit mogelijk militair (?) en dat hij daarom het voogdijschap overdroeg aan Jannes Alberts?

II,3: Joanna Ten Dam.

De enige informatie die we van Joanna hebben is dat zij meter was bij de doop van Hendrica (III,4), dochter van Berend.

Opmerking: "Op 27 juli 1786 werd op het kerkhof van het Buitengasthuis ene Henderyk van Dam, wonende te Westenholte, begraven". Van deze Henderyk hebben we (nog) geen verdere gegevens. Er zijn echter 3 redenen waarom we aannemen dat hij ook tot de familie behoort: a. hij kwam uit Westenholte; b. hij is begraven op het kerkhof van het Buitengasthuis (liggende te Zwolle aan de zijde van Westenholte), waar later meerdere Van Dammen zijn begraven; en c. de naam Henderik en Hendri(c)ka komen later nog heel veel in de familie voor. Mogelijk was hij de vader of een broer of een zoon van Berend (II,1).

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten