24 januari 2022

Generatie IV

 

Generatie IV (1 t/m 5), kinderen van Jan van Dam Meenteboer (III,1) en Lucretia Schrijver.
Alle kinderen zijn geboren te Voorst, Westenholte, gemeente Zw'kerspel.

IV,1: Bernardus (Berend) van Dam.
Geb. 31 mrt 1798 te Voorst. Gedoopt in de Steegjeskerk (= statie Hoornsteeg) te Zwolle, met de vermelding "niet aangegeven". Peter was Ael Theunissen (W.s. een neef van zijn ouders). Berend was 10 jaar toen zijn vader overleed. Volgens het bev. reg. van Oldebroek was Berend in 1830 boerenknecht bij zijn zus en zwager Joanna van Dam (IV,5) en Willem Neppelenbroek (IV,5a) te Hattemerbroek.
Berend is gehuwd op 16 aug 1834 (36 jaar) met Wilhelmina Bosch (IV,1a), de weduwe van Francis Westemeyer (zie IV,1a). Berend heeft zijn vader dus niet opgevolgd als Meenteboer (w.s. leefde hij gebrouilleerd met zijn stiefvader Clemens Logtenberg i.v.m. de opvolgingskwestie op de Meenteboerderij; zie ook III,1a), maar is bij Willemina op "Vreugdenrijk" ingetrouwd. Deze boerderij "Vreugdenrijk" lag in de Vreugderijkerwaard, in het uiterste puntje van Veecaten, op een steenworpafstand van de "Meenteboer". Berend en Francis waren dus hun hele leven buurjongens geweest.
Volgens het bev. reg. Zalk en Veecaten van 1850-1860 vestigde Berend zich te Zalk en Veecaten, adres "Veecaten no. 2/1", Later, in het bev. reg. van 1861-1880, werd als adres vermeld: "Veecaten wijk B no.I". 


De "Vreugderijkerwaard" is de uiterwaard van de IJssel tussen Spoolde en Veecaten. Hierin lag een zandbank, waarop 2 boerderijen stonden, met daaromheen zeer vruchtbare grond. Het land en de toegangsweg naar de boerderij overstroomde bij hoog water van de IJssel. De bewoners moesten dan met de boot van en naar de boerderij. Soms moesten zij met de boot melken en ook het vee vervoeren. 
In 2002/2003 is de Vreugderijkerwaard omgevormd tot een natuurgebied, beheerd door Natuurmonumenten. Het is nu een prachtige uiterwaard, met nog de oude zanderige oeverwal en daarnaast een stromende nevengeul van de IJssel, waarin zich de laatste jaren een bijzondere waterplantenvegetatie heeft ontwikkeld.
J.M. van Orden - Oldenhof schrijft over Vreugdenrijk: Het erve Vreugdenrijk, gelegen in de Ysseluiterwaard ten westen van Westenholte, bestond omstreeks 1730 uit twee boerderijen op een terp. Oorspronkelijk viel het onder het schoutambt Zalk; na 1811 behoorde het tot de gemeente Zalk en Veecaten. Zalk had al vóór 1700 twee veerverbindingen: een voetveer naar 's Heerenbroek en een groter veer naar het oosten. De Zalkerdijk van Westenholte was reeds aangelegd tussen 1333 en 1363.
Voor meer informatie over de Vreugderijkerwaard zie:
https://www.natuurmonumenten.nl/natuurgebieden/vreugderijkerwaard?gclid=CjwKCAjw-OHkBRBkEiwAoOZqlzjQuq2WTZt8dNzGKBhcM9j4Mf5W5TGdDZVzXK71Bu4rX9QRTwQ5qxoCnCIQAvD_BwE

 

Kinderen (V, 1 t/m 5) uit dit huwelijk waren: Johannes en Franciscus (1835, tweeling), Theresia (Lucretia) (1837), Hendricus (1840) en Antony (1843). Alle kinderen zijn geboren te Veecaten no. 2/1, in de Vreugderijkerwaard (in de volksmond "Op de Weerd" genoemd). Berend had zijn dochter bij de geboorte Theresia i.p.v. Lucretia genoemd. W.s. mede door de onmin met stiefvader Clemens en moeder Lucretia. Pas later werd zij toch Lucretia Maria genoemd (zie IV,1).

Volgens de volkstelling van 1839 woonden op dit adres tevens Maria en Gerritdina Westmeijer (kinderen uit het eerste huwelijk van Willemina) en de knechten Jannes Boerrigter uit Mastenbroek en Mannes Kempen uit Haarle.
Ook Berend had zijn opvolging op Vreugdenrijk laat geregeld. Na het overlijden van vrouw Willemina in 1858 en zoon Antony in 1861 en het huwelijk en vertrek van Vreugdenrijk van de tweeling Jan en Cis in resp. 1860 en 1863, bleef Berend achter met één dochter en één zoon. Toen ook nog Hendrikus in 1867 overleed zat de toen 69 jarige Berend zonder jonge mankracht. Zeven maanden later (op 30 april 1868) trouwde Theresia (V,3) met Willem Mulder (zie V,3 en 3a). Ws in 1869 heeft Berend zijn "erfuitinge" geregeld. Op 30 juli 1869 vond er ook overdracht/verkoop van grond plaats door vader Berend en zijn zonen Jan en Cis, aan Willem Mulder en Theresia.
Berend is op 10 juni 1878 (80 jaar) op Vreugdenrijk overleden. W.s. in alle eenzaamheid. Dochter Lucretia was al in 1873 overleden. Zijn overlijdensaangifte werd gedaan door Joannes Rekvelt (V,9a, schoonzoon van zijn broer Antonie) en niet door zijn eigen zonen Jan (te Voorst) of Cis (sinds 1869 weer terug op Vreugdenrijk (zie V,2)) of zijn schoonzoon Willem Mulder, die met Lucretia in 1868 een nieuwe boerderij in de Vreugderijkerwaard had laten bouwen (zie V,3a).  
Berend is begraven op 15 juni op het R.K. kerkhof te Zwolle.
IV,1a: Wilhelmina (Willemina) Bosch te Overmars.
Geb. 25 aug 1799 te Raalte. Haar ouders waren Hendricus Bosch op Overmars en Maria Jacobs uit Raalte. Toen Willemina en Berend 18 aug 1834 trouwden, woonde zij in de Vreugderijkerwaard, als weduwe van Franciscus G. Westmeyer, met wie ze op 8 mei 1828 (Francis was toen al 41 jaar) was getrouwd. Francis, geb. 3 mrt 1787, was de zoon van Frans Fransen en Berendina Derks
Francis kocht Vreugdenrijk op 25 apr 1823 van wijlen de weduwe van Lambertus Rietberg, procureur aan de Melkmarkt te Zwolle. Op 10 nov 1823 nam hij er een hypotheek voor op van fl. 2.800,-. Zijn voorouders hadden reeds vanaf ca. 1730 Vreugdenrijk in bezit gehad. Nadat zijn grootvader Derk Derksen, zijn ouders en zijn oudere broers (vroegtijdig) waren overleden, hadden zijn nog levende zussen (tegen de wens van grootvader) Vreugdenrijk in ca. 1787 verkocht aan Lambertus RietbergFrancis was toen ca. 1 jaar. W.s. was het voor Francis een erezaak om de boerderij terug in de familie te brengen. Hij kocht de boerderij waar zijn moeder geboren was. (Bron: J.M. van Orden - Oldenhof).
Uit het huwelijk van Francis en Willemina werden 2 dochters geboren. Francis overleed 12 mei 1833 (47 jaar). Eén uur na zijn overlijden bracht Willemina een dood geboren kind ter wereld.
Willemina is op 31 dec 1858 (59 jaar) overleden op "Vreugdenrijk" en begraven op 5 jan 1859 op het R.K. kerkhof te Zwolle. In het overlijdens reg. van Zalk en Veecaten wordt zij vermeld als "Willemina Overmars".

IV,2: Maria van Dam.
Geb. 10 feb. 1800 te Voorst. Gedoopt in de Steegjeskerk (= statie Hoornsteeg) te Zwolle. Meter was Maria SchrijverMaria was 8 jaar toen haar vader overleed. Zij is op 23 juli 1825, zij woonde toen nog te Westenholte, gehuwd met Teunis Rankenberg (IV,2a). Na haar huwelijk ging zij wonen te Zalk wijk A no.11. Met Teunis kreeg zij 4 kinderen.
Maria was weduwe toen ze op 20 juli 1875 te Zalk op “het Westra" op 75 jarige leeftijd overleed. De boerderij “Het Westra” of Westera is gelegen aan de Zalkerdijk nr 19 tussen Zalk en de Zande. Vanaf ca 1953 hebben de Blankvoorts hier geboerd(VII,32). Maria is op 24 juli 1875 begraven op het R.K. kerkhof te Hattemerbroek.
IV,2a: Antonius (Teunis) Rankenberg.
Geb. 21 jan 1787 te Zalk op "Het Westra". Zoon van Johannes Rankenberg (geb. 1772) en Catharina Schaatsberg (geb. 1747). Teunis was landbouwer te Zalk op “Het Westra" wijk A no.11. Hij is overleden op 23 feb 1865 te Zalk.

IV,3: Antonij (Antonie/Theunis) van Dam.
Geb. 22 dec 1801 te Voorst en gedoopt in de Steegjeskerk (= statie Hoornsteeg) te Zwolle. Peter was Albert van Dam (III,3). Theunis (soms ook Toone genoemd) is vernoemd naar zijn grootvader van moederszijde Teunis (van) Ammerveld (zie II,1a). Hij was 7 jaar toen zijn vader overleed. Bij de volkstelling van 1830 woonde Theunis nog bij zijn moeder en stiefvader op de Meenteboerderij te Voorst, Westenholte (zie III,1a).
Theunis trouwde op 23 apr 1831 (30 jaar) met Henrica Stremmelaar (IV,3a). Bij dit huwelijk was moeder Lucretia Schrijver (III,1a) wel, maar stiefvader Clemens Lochtenberg niet aanwezig. Zou Theunis, net als Berend, ook gebrouilleerd zijn geweest met zijn stiefvader i.v.m. de opvolging op de "Meenteboerderij"? Hij heeft wel tot aan zijn huwelijk, waarvan de laatste jaren samen met Hendrika, bij Clemens op de "Meenteboerderij" gewerkt. Zeker is dat ook Theunis zijn (overleden) vader Jan (III,1) niet heeft opgevolgd als Meenteboer. Theunis vestigde zich als landbouwer te Veecaten, gemeente Zalk en Veecaten. Waarschijnlijk woonden ze van 1831-1846 vlak bij "De Meenteboer" op "De Koewei". Het boerderijtje en de omliggende grond was eigendom van stiefvader Clemens Lugtenberg (kadaster van 1832). Volgens de volkstelling van 1839 woonde Theunis in Veecaten, samen met vrouw, en 4 kinderen (Jan, Frederikus, Lucretia en Hendrika -Hendrikus was dus al overleden-). Tevens woonden er knecht Willem van de Voorde en dienstmeid Maria van Dissel.


Zalk en Veecaten is een voormalige heerlijkheid. Na de vorming van gemeenten in 1813 werd het een zelfstandige gemeente. Vanaf 1 jan 1937 werd het onderdeel van de gemeente IJsselmuiden en vanaf 1 jan 2001 werd het met IJsselmuiden onderdeel van de gemeente Kampen. 


Theunis/Antonij (vanaf dit moment heet hij Antonij!) verhuisde op 22 feb 1846 (vlg. bev. reg. Zalk 1939) naar boerderij "De Zon" te IJsselmuiden, wijk III no.26 ("Oosterholt"). In maart 1846 kocht hij de boerderij. Wellicht heeft het ontstaan van deze boerderij te maken met de stichting van het klooster van de Karthuizers op de Sonnenberg in de 15e eeuw. In de 17e en 18e eeuw was het erf in eigendom van de geestelijkheid van de stad Kampen. Hiervan pachtte de familie Kanis het een aantal generaties lang (kadastrale atlas van 1832: Boerderij De Zon; eigendom van de stad Kampen, recht van opstal Gerrit Hendrik Canis).
In 1846 is Antonij dus eigenaar geworden. Uit het notarieel archief van de stad Kampen:


"Frank Boer, landman, wonende te IJsselmuiden, verklaart te hebben verkocht aan Antonie van Dam, landman, wonende te IJsselmuiden, de opstal bestaande in boerenwoning, schuur, twee hooibergen en verdere getimmerde en enige opgaande boomen en houtgewas, alles staande op de grond in eigendom en toebehorende aan jonkheer Charles de Maere, in IJsselmuiden gelegen sectie C nr 225, huis en erf groot 14 roe 60 el (14 are?). De koopprijs bedraagt 1439 gulden". 

Notaris Frederik Lodewijk Rambonnet, inv. nr. 402, acte 149, datum 9 mrt 1846. (Bron: André Westendorp).

 

De oude boerderij staat er nog altijd en heeft anno 2020 als adres: Sonnenbergweg 9.

In het bev. reg. van IJsselmuiden van 1861-1879 wordt van Antonij met vrouw en kinderen vermeld: R.K., landbouwer, wonende in wijk III no. 26.
Kinderen (V,6 t/m 15) uit dit huwelijk waren:   Johannes (1832), Hendrikus (1834), 

Frederikus (1836), Lucretia (1838), Hendrika (1839), Maria (1841), Johannes (1843), Johanna (1844), Berendina (1846) en Bernardus (1848). De eerste 8 kinderen zijn geboren te Veecaten, de jongste 2 te Oosterholt, IJsselmuiden. Bij de aangifte van de geboorte van enkele kinderen in Zalk en Veecaten was buurman Wolter Dekker (1796-1855, landbouwer en gehuwd met Aaltje Koerts) aanwezig (zeer gebruikelijk in die tijd dat een buurman meeging). Dekker woonde aan de Zwolse weg op "De Hage".
Antonij was vanaf 1858 intensief betrokken bij de oprichting van de eerste r.-k. parochie en de bouw van de eerste kerk te IJsselmuiden. Hij was 27 jaar kerkmeester (penningmeester) van de nieuwe parochie.
Antonij is overleden op 26 okt 1884 (82 jaar) te IJsselmuiden, "in het huis in het buurtschap Oosterholt, wijk III nr. 35". Waarschijnlijk nog steeds hetzelfde huis, maar met een hoger huisnummer.


Opmerking: vroeger werden huizen bij een volgende (volks-)telling hernummerd, omdat men weer vanaf het begin van de wijk opnieuw begon te tellen. Omdat er huizen waren bijgebouwd, werd de nummering van reeds bestaande huizen gewijzigd. In 1879 had dit huis no.26 in wijk III, in 1884 no. 35).


IV,3a. Henrica (Hendrika) Stremmelaar.
Geb. 26 mrt 1806 te Dalfsen. Dochter van Frederik Stremmelaar (geboren op De Stremmelaar in Tongeren onder Wijhe) en Henrica Gerrits van Welsum, wonende in het buurtschap Emmen onder de gemeente Dalfsen. Tijdens de volkstelling van 1830 werkte Hendrika als "werkbode" op de Meenteboerderij (zie III,1a).
Hendrika is overleden op 5 jan 1882 (75 jaar) te IJsselmuiden, net als Antonij in het buurtschap Oosterholt, wijk III nr. 35.

IV,4: Joannes van Dam.
Geb. 27 apr 1805 te Voorst en gedoopt in de Steegjeskerk (= statie Hoornsteeg) te Zwolle. Peter was Willem Schrijver, halfbroer van Lucretia (III,1a). Jan was 3 jaar toen zijn vader overleed.
Jan heeft de priesteropleiding gevolgd op het seminarie te 's Heerenberg (Gelderland), waar in Huis Bergh van 1799 tot 1842 een groot seminarie gevestigd was, omdat in 1797 de universiteit van Leuven door de Fransen was opgeheven. Waarschijnlijk is hij in 1831, op 26 jarige leeftijd, tot priester gewijd. Hij was kapelaan te Hoonhorst van 1831 tot 1836 en werd daarna pastoor in de "Colonie" Frederiksoord en Vledder (Drenthe) van 1837 tot 1846. In 1846 werd Jan benoemd tot pastoor van de St. Cyriacusparochie te Hoonhorst. Hij moest het toen doen met een schuilkerk die in 1770 was gebouwd op gekocht grondgebied van Baron Bentinck van Schoonheten. (Daarvoor, vanaf ca. 1740, werden de HH. Missen in een loods gehouden). 
Nadat in 1853, na de Reformatie in Nederland, weer de eerste Utrechtse bisschop werd benoemd, kreeg ook pastoor Van Dam te maken met grote veranderingen. O.a. werden er plannen gemaakt voor nieuwe kerken in Heino, Dalfsen, Wijthmen en Hoonhorst. In eerste instantie zouden alleen Heino, Dalfsen en Wijthmen een nieuwe kerk krijgen en zouden de parochianen van Hoonhorst in die plaatsen moeten kerken. Door veel correspondentie met en lobbyen in het bisdom Utrecht kreeg pastoor Van Dam het uiteindelijk voor elkaar dat de nieuwe kerk in Hoonhorst zou komen en dat Wijthmen onder Hoonhorst zou vallen. Dientengevolge werd hij in 1855 tot bouwpastoor benoemd van een nieuwe kerk, die op 12 mei 1858 officieel werd ingewijd. De nieuwe gothische kerk was een "kathedrale" r.k. kerk, die gold als een "parel van Salland". Er was niets op het inwendige van de kerk bespaard.
Helaas heeft pastoor Van Dam slechts 6 jaar in "zijn" kerk kunnen werken. Joannes is plotseling overleden op 31 juli 1864 te Hoonhorst, "in het 35e jaar van zijn priesterschap, waarvan de laatste 18 jaar als pastoor te Hoonhorst". 

 

Deken Van Kessel schreef op 1 aug aan de bisschop:
"Door dezen deel ik U het treurige bericht mede, dat Joannes van Dam gistermorgen plotseling is overleden. Nadat Z. Eerw. om 7 uur de H. Dienst had verrigt en een kwartier voor 10 geluid was, kwam Z. Eerw. niet te voorschijn. Men ging zijn kamer binnen, alwaar men hem leevenloos ter bed vond liggen. Z. Eerw. was aanhoudend wat sukkelend, doch had dien morgen volstrect geen teeken van ernstige ongesteldheid gegeven".


Pastoor Joannes van Dam werd op 4 aug 1864, als eerste priester voor de Calvariegroep op het kerkhof te Hoonhorst begraven. (In zijn testament werd zijn halfbroer Hermanus Logtenberg, geb. 1815 (zie III,1a) en wonende op "Het Moer" onder Heino, slechts een half uur gaans van Hoonhorst, als erfgenaam aangewezen). Na een renovatie van het kerkhof in 1968 werden de stoffelijke resten van hem en een aantal van zijn opvolgers begraven in een priestergraf.
(Bronnen zijn o.a. "Geschiedenis van de St. Cyriacusparochie te Hoonhorst" en "Rondom Dalfsen", een uitgave van de Hist. Kring Dalfsen).

IV,5: Joanna (Janna) van Dam.
Geb. 20 sept 1808 te Voorst en gedoopt in de Steegjeskerk (= statie Hoornsteeg) te Zwolle. Meter was Dina van Dam (III,2). Joanna is 4 maanden na het overlijden van haar vader geboren.
Zij is gehuwd op 29 juni 1826 (17 jaar) te Zwollerkerspel met Wilhelmus Neppelenbroek (IV,5a) en ging wonen te Hattemerbroek, in het buurtschap "Geldersedijk huisno. 440/512". Dit werd na ± 1840, toen Oldebroek werd ingedeeld in wijken A t/m Z, omgenummerd naar wijk Y, no.21/29/32 (hernummeringen). Dit is de boerderij hoek Zuiderzeestraatweg - Weerdweg, naast het kerkhof en tegenover de lagere school. Omdat Joanna nog geen 21 jaar was moest Clemens Logtenberg (zie III,1a) de huwelijksakte mede ondertekenen.
Joanna deed veel goeds voor de gemeenschap, de kerk en haar doofstomme achterneef Johannes Antonius Noordman (zie III,5a), achterkleinzoon van haar tante Maria van Dam (III,5) en zoon van haar nicht Berendina Maria van Dam (V,14). Zij heeft geld en grond geschonken voor de bouw van de eerste R.K. kerk en lagere school te Hattemerbroek. Het eerste kerkje te Hattemerbroek werd gebouwd in 1858. In het bestuur zat o.a. Wilhelmus Neppelenbroek. In 1930 (opening 4 feb 1931) werd het huidige kerkje gebouwd. Achtereenvolgende pastoors waren o.a. Van Meegeren (1902-1916), Groenen (1916-1927), Scholten (1927-1937), Geelen (1937-1947), Bonke (1947-1958) en Soethof (1958-ca.1965).
De eerste lagere school werd gebouwd in 1869 met een gift van fl. 12.000,- van weduwe Joanna. In de school is nog de eerste steen aanwezig met haar naam. De eerste schooldag was 22 feb. 1870. Het gebouw staat er nog steeds, naast de later gebouwde nieuwe lagere school "D'Olde Schoele", en is omgebouwd tot woonhuis door de familie Rosendaal.
Joanna stierf kinderloos op 18 jan. 1894 (85 jaar) te Hattemerbroek, na een langdurige ziekte en is op 22 jan. aldaar begraven. Bij haar overlijden woonde Joanna in wijk Z no.3, recht tegenover de RK kerk.
In haar testament maakte Joanna al haar bezittingen (de 2 boerderijen wijk Y no.32  (naast het kerkhof) en wijk Z no.4 (genaamd "boerderij Het Klooster") + landerijen over aan haar doofstomme achterneef Johannes Noordman. Als voogd en latere erfgenaam van Noordman werd benoemd Frederikus van Dam (V,8).
IV,5a: Wilhelmus (Willem) Neppelenbroek.
Geb. 10 nov 1800 aan de Gelderse dijk te Hattemerbroek en gedoopt te Zwolle. Zoon van Hendrikus Neppelenbroek (1756-1838), landbouwer aan de Geldersedijk te Hattemerbroek, en Johanna Bouwhuis, geb. te Westenholte. Willem is overleden op 12 mei 1865.


In verband met de vererving van 2 boerderijen te Hattemerbroek van Neppelenbroek aan Frederikus van Dam (V,8) zijn de volgende huwelijken en geboortes van de kinderen van Hendrikus Neppelenbroek en Johanna Bouhuys van belang. Hun kinderen 2.1 t/m 2.3:
2.1. Johannes (Jan, 1795-??), landbouwer te Hattemerbroek, woonde wijk Z no.4 (= boerderij Het Klooster) en huwde in 1820 met Gerridina Ieterboer. Hun kinderen waren o.a. 3.1 en 3.2.
2.2. Johanna (1798-??), huwde in 1825 met Johannes Noordman (zie verder III,5a).
2.3. Wilhelmus (Willem, 1800-1865), landbouwer te Hattemerbroek, woonde huisno. 440/512 (later Y no.32) en huwde in 1826 met Johanna van Dam (IV,5). Zij overleden kinderloos.
3.1. Hendrikus (Hendrik, 1822-1902), landbouwer wijk Y no.32, huwde ± 1860 met Johanna van Der KolkHendrik had dus de boerderij Y32 van zijn oom Willem (waar hij vanaf 1854 knecht was) overgenomen. Ook zij overleden kinderloos. Johanna in 1880 en Hendrikus in 1902.
3.2. Wilhelmus (Willem, 1830-1917) nam boerderij Het Klooster wijk Z4 van zijn vader over. Hij huwde in 1862 met Maria Hulsman. Deze Willem ging geestelijk achteruit. In 1880 is hij vertrokken naar een "Gesticht voor Krankzinnigen" te Den Bosch. In 1883 kwam hij weer terug. Hun kinderen waren o.a. 4.1 en 4.2.
4.1. Johannes Wilhelmus (Jan, 1866-1936), nam op zijn beurt boerderij Het Klooster van zijn vader over. Jan bleef ongehuwd en had geen erfgenamen.
4.2. Frederika (1870-??), huwde in 1895 met Hendrikus van Vilsteren, geb. in 1861 te Wijhe, landbouwer aan de Gelderse dijk naar Hattem, wijk Y no.18. Zij kregen 2 dochters en verhuisden in 1902 naar Zwollerkerspel.


Toen Frederikus van Dam (V,8) in 1902 de boerderij wijk Z no.4 (voor zijn zoon Johannes) en in 1903 de boerderij wijk Y no.32 (voor zijn zoon Antoni) in beheer nam (Johannes Noordman (zie III,5a) was de erfgenaam), vertrok Jan Neppelenbroek van wijk Z no.4 naar wijk Y no.18, waar zijn zus Frederika met haar gezin in 1902 was vertrokken. Hij bouwde daar een nieuwe boerderij, waar later de Van Vilsterens nog lang wonen. De Neppelenbroeks in Hattemerbroek hadden geen erfopvolgers meer en stierven uit.
Geïnteresseerden kunnen via e-mail een uitgebreider schema van deze periode uit de stamboom Neppelenbroek te Hattemerbroek aanvragen. E-mail adres: zie profiel.


Noot:

 Geschiedenis klooster "Ten Claere Water, Klaarwater" te Hattemerbroek.
Er bestaat een boekje "Zo was het in Hattemerbroek", samengesteld door de heren H. Koopman en N. van de Beld. Uitgave november 1982.
Enkele bijzonderheden uit deze uitgave vermelden we hier:
Op de plaats waar nu het gebouw van de oude lagere school te Hattemerbroek staat, heeft in de jaren tussen 1415 en 1611 het klooster "Ten Clarenwater" gestaan. Het was een nonnenklooster van de orde van de Benedictijnen. Het klooster was voortgekomen uit het klooster "Zwartewater" dat lag tussen Hasselt en Zwartsluis. Enkele nonnen uit dat klooster vonden dat de regels van hun orde, onder invloed van de "Moderne Devotie", niet streng genoeg werden nageleefd en wilden een strenger kloosterleven leiden. In 1414 kregen zij van bisschop Frederik van Blankenheim toestemming om uit te treden en een nieuw klooster in Hattemerbroek te bouwen.
Men koos de naam "CLARA AQUA, Klaarwater", als tegenhanger van Zwartewater.
In 1580, tijdens de Reformatie, werden alle kloosters in Overijssel en Gelderland gesloten. Zo kwam er een einde aan dit klooster.
Nog een opmerkelijke passage uit het boekje is de vermelding van de stormvloed in 1825, van 3 tot 5 februari. Vooral Groningen, Friesland en Overijssel werden getroffen door ernstige dijkdoorbraken en overstromingen. Kampen lag toen nog aan de Zuiderzee, nu IJsselmeer. Na de doorbraak van de dijken langs de Zuiderzee was de toestand rond Kampen, IJsselmuiden en langs de IJssel in Veecaten, Mastenbroek en ook in Hattemerbroek erg slecht. Huizen en boerderijen beschadigden, mensen en vee verdronken. In de Overijsselse rivierendelta vielen totaal 305 doden. Overlevenden hadden veel bezittingen verloren.
Voor de gehele geschiedenis van de kloosters "Zwartewater" en "Klaarwater" zie:  
https://windesheim.nl/.../windesheim/.../CHW1643316135BOEKJECLARENWATERLR.pdf
Over de afsplitsing zie pag. 90+91.
Voor meer informatie over de stormvloed van 1825 zie: 
http://www.poldermastenbroek.nl/toen/de-stormvloed-van-1825-0 .

Generatie IV (6 t/m 7), kinderen van Albert (III,3) en Lubbigje Hendriks.

IV,6: Berend van Dam.
Geb. 9 maart 1806 te Voorst en gedoopt in de Steegjeskerk (= statie Hoornsteeg) te Zwolle. Peter was Jan van Dam (III,1). Berend was 2 jaar toen zijn vader Albert overleed. 
Berend is op 21 aug. 1830 gehuwd met Johanna Jansen (IV,6a). Getuige was schoenmaker Jan van der Moolen uit Zwolle. Berend wordt later "Meesterschoenmaker" en woonde sinds 1 mei 1830 aan de Hasselerdijk. We hebben geen kinderen van Berend en Johanna kunnen vinden.
Berend is overleden op 1 juli 1837 (31 jaar).
IV,6a: Johanna Jansen.
Geb. 12 apr 1808 te Wijhe. Dochter van Gerardus Jansen (landbouwer te Tongeren, gemeente Wijhe) en Berendina Jansen. Het beroep van Johanna was "dienstmaagd". Overleden 19 juni 1854 (46 jaar).

IV,7: Gerridina van Dam.
Geb. 11 mrt 1807 te Voorst en gedoopt in de Steegjeskerk (= statie Hoornsteeg) te Zwolle. Peter was Derk ScholtenDina was 1 jaar toen haar vader Albert (III,3) overleed.
Zij is op 6 mei 1830 gehuwd met Thomas Koopman wonende te Hattemerbroek/Wezep. Gerridina vestigde zich te Hattemerbroek/Wezep. Zij kregen vijf kinderen: Albertus (1836), Johanna (1837), Lubberta (1839, overl.1840), Gerritdina (1840), Lubberta (1843)
IV,7a: Thomas Koopman.
Geb. op 2 jan. 1796 te Hattemerbroek/Wezep. Gedoopt in de Hoornsteeg te Zwolle. Zoon van Gerrit Jan Koopman en Joanna van der AAThomas was landbouwer te Hattemerbroek/Wezep op huisno. 383. (De indeling van Oldebroek in wijken A t/m Z is van na ± 1840).

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten